dinsdag 12 juli 2016

'DE BRAAFSTE KUNST VAN DE WERELD'




Een paar maanden geleden schreef ik naar aanleiding van de Banksy-tentoonstelling in Amsterdam een stukje over de teloorgang van de Street Art. Vorige week kreeg ik door een kennis een artikel van Larissa Kikol uit de Duitse krant De Zeit over hetzelfde onderwerp toegeschoven. Aanleiding voor het stuk was het feit dat Kunsthaus Artes (‘Versandhaus für Kunst’) in een nieuwe catalogus onder de, geleende, slogan ‘Follow your dreams’ nu ook werken van ‘street artists’ aanbiedt. Klanten kunnen al vanaf het luttele bedrag van 140 euro prenten, sjabloonschilderingen en spraycan objecten thuisbezorgd krijgen. Het voert, helaas, te ver om het hele artikel samen te vatten, maar Kikol zegt een aantal behartigenswaardige dingen en enkele passages wil ik u, in een losse vertaling, niet onthouden.


- Aan de basis van het succes van de street art ligt de mythologisering van een figuur als Jean-Michel Basquiat. Kopers moeten in de waan gebracht worden dat de bonte schilderijen van hier gepresenteerde ‘urban artists’ over een paar jaar net zoveel in waarde zullen zijn gestegen als die van Basquiat of Keith Haring.

- ‘Follow your dreams’ is niet alleen een reclameslogan bedoeld voopr kunstinvesteerders, maar ook voor verzamelaars die door middel van coole urban art hun eigen imago willen verjongen.

- Zodra street art in het atelier wordt nagemaakt, eindigt alles in kitsch.

- De aantrekkingskracht van de street art valt te verklaren uit het feit dat de zich steeds weer herhalende, eenvoudige en vriendelijke beeldtaal even gemakkelijk te begrijpen is door een kind van acht als door volwassen leken op het gebied van kunst en door geïnteresseerde kunstkopers. Zo wordt urban art de perfecte gezinskunst. Je hebt er geen achtergrondkennis voor nodig, hoeft niet hoger opgeleid te zijn of in het bezit van een gecompliceerd gevoelsleven. Em bovendien heeft het ook nog een politiek en moreel  veranwoorde boodschap. Daarmee is het domesticeringsproces voltoooid en is urban art / street art met afstand de braafste kunststroming geworden die we in lange tijd hebben gezien.




- Hangen de street art kunstenaars over een poosje nog in de reguliere musea? Nee, misschien met een enkele uitzondering, zoals Banksy. Wat wel blijft is de herinnering aan een kunststroming die op een unieke manier evenveel greep kreeg op de de reclame, de kunstmarkt en de beeldtrends op de sociale media.

Ganz einverstanden!




maandag 25 april 2016

GOTCHA!

 ‘Nederland wordt overstroomd door valse Luceberts, waarschijnlijk valse Luceberts, mogelijk valse Luceberts, en soms ook echte Luceberts. Dat is treurigmakend en frustrerend.’

Dat schreef ik begin maart over het schrikbarend aantal valse en dubieuze Lucebert werken dat op diverse plaatsen wordt aangeboden. Het frustrerende daarbij is dat, bij gebrek aan een algemeen erkende autoriteit, die vals-verklaringen onvermijdelijk een subjectief karakter hebben en gebaseerd zijn op ervaring, niet op feiten. Dat betekent dat de ene mening zwaarder telt dan de andere, maar dat de valsheid zelden met harde bewijzen te staven is.  

Neem deze gemengde techniek. Helemaal niet onaardig. Er zit ook wel iets Lucebert-achtigs in, maar toch … Het is wat veel allemaal, wat veel lijnen, wat veel kleuren. Toch maar eens wat gaan rondkijken.





En ja hoor, deze keer hebben we geluk. Bij veilinghuis AAG is ooit deze tekening geveild. En bij deze heb je geen enkele twijfel. Dit is een echte Lucebert, signed all over. En wat blijkt als we ze vergelijken? Ons kunstratje heeft hem gewoon nagetekend, en nog wat aangedikt hier en daar om hem nog echter te laten lijken. Zelfs de datum heeft hij letterlijk overgenomen.  





En wat is het treurige? Het eerste werk werd niet aangeboden door een gesjeesde kunstenaar die zo wraak wilde nemen op de kunstwereld die niets van zijn werk moest hebben, of door een sjappie met teveel tattoos die hem ‘op een rommelmarkt had gevonden’. Nee, hij kwam van een niet geheel onbekende kunsthandel, waarvan de eigenaar ‘instond voor de echtheid’.

Heb meelij met de arme veilingmeester.

zaterdag 9 april 2016

CRYING ALL THE WAY ... - DE TELOORGANG VAN DE STREET ART



Een poosje geleden werd bij mij in de buurt een winkel verbouwd. Er werd een grote blankhouten schutting omheen gezet. Dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden. Vroeger stond er dan op ‘Verboden aan te plakken’ op, maar tegenwoordig roepen eigentijdse aannemers ‘No tags’. Het resultaat is hetzelfde natuurlijk. Dovemansoren. Op een morgen stond er op de schutting opeens een tekening van een mannenkop, wel twee meter hoog, en nog mooi ook. ‘Street art’. Vergeten hem te fotograferen. Ach, maar waarom ook eigenlijk? Ondertussen is de nieuwe pui klaar en is de schutting verdwenen. En de kop dus ook.

Op Facebook maakt een stadgenoot, die vast en zeker ongenoemd wil blijven, een serie onder de titel ‘BuskrijtBlog’, waarin hij foto’s plaatst van opschriften en muuschilderingen die hij ergens in de stad heeft aangetroffen. De argwanende lezer zal niet helemaal uitsluiten dat hij zelf in alle vroegte de echtelijke woning heeft verlaten om gewapend met een doos krijtjes de stad hier en daar wat op te sieren, maar daar gaat het nu niet om. Je kunt er iets van vinden, of niet, maar ‘street art’ is het wel. Een paar flinke regenbuien en het is weer weg.

Zo hoort het ook. Street art is misschien wel per definitie tijdelijk, vluchtig. Of zou dat in ieder geval moeten zijn. But we have come a long way. Neem Banksy. Het was zo’n mooi verhaal. Een anonieme kunstenaar die op allerlei plekken beelden achterliet, geestig, intelligent, en nog goed gemaakt ook. Ze werden bekeken, gefotografeerd en gedeeld. Voordat de gemeentereiniging kwam om ze weg te spuiten? No way. Er werd een hek omheen gezet. Maar ze werden uitgehakt, gestolen en duur verkocht. Er werden, al dan niet legaal, prints van gemaakt, die vervolgens opdoken op veilingen. Er werd een stichting opgericht om zijn copyright te beschermen. En nu, als laatste of misschien een na laatste stap, heeft Banksy een heuse tentoonstelling. Zonder zijn toestemming, dat nog wel, maar dan nog.


‘Wat subversief begint, eindigt soms tandeloos in een gouden lijst.’ Met die constatering begint Arjen Ribbens zijn artikel in de NRC over het nieuwe, particuliere, ‘Moco Museum’ in Amsterdam. ‘In soms wat protserige lijsten en afgeschermd door koorden presenteert het Moco Museum tachtig werken van Banksy.’ Ultieme triomf, of ultieme teloorgang? Ik vrees het tweede.

‘Street artists’ zijn allang niet meer van de straat. Ze zijn met open armen ontvangen door dezelfde kunsthandel waaraan ze eerder zo’n hekel hadden, en zijn vervolgens effectief  doodgeknuffeld. Street art is gewoon business geworden. De moderne street artist heeft gewoon een eigen website, waar je de prenten kunt bestellen. En als de oplage op is, maken we gewoon een nieuwe. Red version, yellow version, purple version. As long as it sells. Een in deze contreien niet geheel onbekend online veilinghuis heeft zelfs een speciale veiling ‘Van street art tot urban art’, waar dit soort prenten wordt aangeboden, niet door de makers zelf natuurlijk, maar door allerlei tussenhandelaren die er wat geld aan hopen te verdienen. Het grootste deel is eigenlijk alleen maar saai, gemakzuchtig gemaakt, met een overkill aan Marilyn Monroe portretten en bewerkte dollarbiljetten.

Controversieel, subversief, anarchistisch? Vergeet het maar. Ergens is iets heel erg fout gegaan in die ‘street art’.

(wordt misschien vervolgd)



zondag 6 maart 2016

HEB MEELIJ MET DE ARME VEILINGMEESTER



Wees maar blij, beste lezer, dat u geen veilingmeester bent! Daar zijn natuurlijk een heleboel redenen voor te bedenken, maar een ervan is toch zeker dat u dan onvermijdelijk wordt bestoookt met ‘originele Lucebert tekeningen’. En dan is het aan u  om in ieder individueel geval uit te maken of het werk echt is of niet, en of u het dus wel of niet in de veiling kunt opnemen. En laten we eerlijk zijn, dat is een lot dat je niemand toewenst.

Lucebert was een genie, maar een ongrijpbaar genie. Zelfs als je het werk goed kent en denkt dat je genoeg criteria hebt om een werk op echtheid te beoordelen, zet hij je geregeld op het verkeerde been. Dan kom je in een catalogus weer een werk tegen dat al je zorgvuldig beredeneerde criteria in een klap weer omver lijkt te kegelen. Of je ziet een werk waarbij je onmiddellijk het onaangename gevoel krijgt dat je, als dit je buiten iedere context was voorgelegd, toch op zijn minst ernstige twijfels zou hebben. Het is die onvoorspelbaarheid die het artistiek-criminele circuit, dat graag een paar euro’s bijverdient, in de kaart speelt. Lucebert maakt vreemde grillige tekeningen, dus een vreemde grillige tekening zou heel goed van Lucebert kunnen zijn, zeker als je bestaande werken als voorbeeld neemt en een beetje oefent op de handtekening. 

In het geval van Karel Appel kun je een werk voorleggen aan de Karel Appel Foundation, of aan Jan Nieuwenhuizen Segaar, bij Heyboer kun je de weduwen vragen, maar Lucebert is er niemand wiens oordeel als definitief kan gelden. Een goedwillende verkoper die twijfels had over een schilderij en Luceberts dochter benaderde, kreeg geen antwoord. Lijkt niet correct, maar is ook wel weer begrijpelijjk. Als ze zou ingaan op alle verzoeken om werken van haar vader op echtheid te beoordelen, kon ze binnenkort iedere andere baan wel opzeggen.

Hieronder staat de oogst van een weekje Marktplaats, voor zover het 'origineel werk' betreft. Het lijkt me weinig zinvol om ieder werk apart te gaan bekijken (ik kijk wel uit met al die boze verkopers), maar als u het mij zou vragen (en ik ben blij dat u dat niet doet) zou ik toch zeker zeven werken als ‘vals’ aanmerken, en vier als ‘twijfelachtig’. Dat wil niet zeggen dat die laatsten waarschijnlijk ook vals zijn, maar gewoon dat ik er geen stellige uitspraak over durf te doen. Maar er is niet één bij waarvoor ik mijn hand in het vuur zou durven steken, voor wat dat waard is. Nederland wordt overstroomd door valse Luceberts, waarschijnlijk valse Luceberts, mogelijk valse Luceberts, en soms ook echte Luceberts. Dat is treurigmakend en frustrerend.

Maar wie moet het dan wel zeggen? Juist, de veilingmeester. En wel meteen. Ja of nee. Vals of echt. 

Arme ziel.


















vrijdag 4 maart 2016

LOST IN THE ART WORLD 4: De loze suggestie



De laatste aflevering van Lost in the Art World, ooit bedacht als een een miniserie over dubieuze praktijken, bedrog en vervalsing in de kunstwereld en daarmee als tips voor de argeloze veilingbezoeker, dateert alweer van lange tijd geleden, maar soms kom je een voorbeeld dat zo illustratief is voor bepaalde praktijken dat het toch nuttig is om er nieuw stukje aan te wijden. Zoals bij dit luxe ingelijste werkje dat wordt omschreven als ‘Vissersvrouwen’, ‘gemengde techniek’, voorzien van ‘G.H.B. initialen’.




Formeel valt daar ook niets op aan te merken. Natuurlijk, het veilinghuis weet donders goed dat dit geen tekening van George Hendrik Breitner is, anders hadden ze het wel op topstuk in hun kunstveiling gepresenteerd, en niet weggestopt in een inboedelveiling. Maar de maker heeft wel geprobeerd die indruk te wekken, in de stille hoop dat tussen al die kijkdaggangers iemand rondloopt die, misschien tegen beter weten in, wordt bevangen door het ‘klappergevoel’, de ijdele hoop dat hij iets heeft ontdekt dat niemand anders heeft gezien, zelfs het veilinghuis niet, en dat hij zich met een beetje geluk binnenkort voor een paar tientjes de trotse eigenaar mag noemen van een echte Breitner. Want je weet maar nooit.

Allemaal onzin natuurlijk, en in dit geval zal alleen de meest onervaren veilingbezoeker daar misschien intrappen. Maar waarom dit werkje dan toch opgenomen? Zo wordt toch op zijn minst de schijn gewekt dat ook de veilinghouder het heeft gemunt op die enkele naïeveling, in de hoop dat, als er daar toevallig twee van zijn, de prijs nog redelijk kan oplopen.

Veilinghouders, gewoon niet doen! De inbrenger gewoon meedelen dat hier een valse suggestie wordt gewekt en dat het werkje dus niet geschikt is voor de veiling. Als iedereen dat zou doen, had de onbekende maker zich een hoop moeite kunnen besparen.